Verwarm de oven voor op 200 graden. Vet een ruime, lage quichevorm met vaste bodem in met boter of olijfolie.

Snijd een heel dun plakje van de onderkant van de witlofstronken en halveer ze. Verhit wat boter of olie in een koekenpan en leg de witlofhelften met de snijkant naar beneden in de pan. Bak ze kort aan en giet dan het sap van de sinaasappel in de pan. Laat de witlof nog 3 minuten sudderen in het vocht. Haal ze dan uit de pan en laat ze uitlekken in een vergiet.

Verwijder de plastic velletjes van de plakjes bladerdeeg en leg ze op elkaar. Rol ze met een deegroller uit tot een ronde lap die net ietsje groter is dan de quichevorm.

Doe de suiker samen met een klontje boter in een pannetje en laat dit in een paar minuten smelten totdat je een bubbelende karamel krijgt. Pas op dat het niet te donker wordt!

Giet de karamel in de quichevorm en verspreid het met een lepel over de bodem. Het is niet erg als het hard wordt. Verdeel de witlof over de karamel (met de snijkant naar beneden). Verbrokkel de roquefort over de witlof en bestrooi met de sinaasappelrasp. Dek alles af met het bladerdeeg en stop het aan de randen in.

Bak de witlof tarte tatin in 25 minuten goudbruin en knapperig in het midden van de oven. Laat even afkoelen en keer de tarte tatin dan om met behulp van een groot bord. Pas op voor de hete karamel.