• Verwarm de oven voor op 160 graden.
• Kwast een muffinvorm in met boter en bepoeder met wat bloem. (bij een siliconenvorm hoeft dit niet.)
• Doe de boter en suiker in een grote kom en klop 5 minuten met de mixer tot het zacht en romig is.
• Boen de citroen schoon. Rasp met een fijne rasp de schil van de citroen boven de kom en klop erdoor.
• Mix één voor één de eieren erdoor.
• Zeef bloem en een snuf zout erboven en spatel erdoor (nu niet meer mixen).
• Verdeel het beslag over de 12 vormpjes.
• Leg er een vel bakpapier op en daarop een platte bakplaat, anders gaan ze teveel rijzen en we willen koeken, geen cakejes.
• Bak ze 18 minuten in de oven. Haal de bakplaat en bakpapier eraf en geef de bleke betjes nog 2-3 minuutjes. Niet te lang, dan worden ze droog.
• Laat helemaal afkoelen.

Afwerking:

• Hou 12 mooie bramen apart voor de garnering.
• Prak 4 bramen fijn in een theezeefje boven een kommetje, zodat er pruttig paars sap uit komt.
• Doe de poedersuiker in een andere (grotere) kom en roer er een lepel van het sap doorheen tot een stevig, donkerroze glazuur. Te dik? Iets meer sap. Te dun? Meer poedersuiker. Het is altijd even uitproberen.
• Smeer met de achterkant van een lepel uit over de koeken.
• Duw in het midden een braam. Laat opstijven.